Door Sanne Heemskerk, bewoonster van Tuindorp Oost.
Voordat ik mijn verhaal doe over het brandalarm in mijn appartement zal ik eerst even uitleggen waar ik woon. Ik woon in een bejaardentehuis, niet omdat ik al heel oud ben maar omdat het op de slooplijst staat. Daardoor komen er geen bejaarden meer binnen, er ontstonden wel lege appartementen en zo langzamerhand werd de flat een spookflat. Ik woon dus in een spookflat, en verjaag de spoken door daar te wonen! And believe me, fulltime job!
Terug naar het brandalarm, in een bejaardentehuis staat het brandalarm op scherp. Want mocht er brand uitbreken dan ben ik van spookverjager plots rollatorbegeleider en staat de brandweer echt in 2 sec. op de stoep!
De brandalarmen stonden zo scherp dat het voor de spookverjagers in het gebouw bijna onmogelijk was een lekkere pannenkoek te bakken, laat staan een tosti! Na een aantal meldingen zijn de brandalarmen bij de spookverjagers minder scherp afgesteld maar de schrik zit er bij sommigen goed in. Mijn buurmeisje durft nog geen kaars aan te steken.
Ik had nergens last van, tot ik het vorige week klaarspeelde om soep droog te koken. Best een prestatie als er 1,5 liter water in zit. Ik tilde de deksel van de pan. De geur van gekarameliseerde ui en wortel in vergaande staat bereikte mijn neus. Snel liet ik de deksel weer zakken en bekeek de keuken. Staat die blauw? Is dit blauw staan? Even mijn buurmeisje vragen. Oja de voordeur kan beter dicht blijven, op de gang zitten ook van die alarmen. Balkondeur open dan maar? Hmm.. Fornuis uit! Check. Zal ik… nee. Of toch maar.. nee niet handig. Stomend water? Ja laten we de waterkraan aanzetten. Das voor zo’n alarm toch teken van goeie stoom, niet te verwarren met rook.. een stoom vermengt met rook kan nooit slechter zijn dan rook! Top idee!
Lang verhaal kort, het alarm bleef stil. Drie centimeter zwaar gekarameliseerde ui, wortel en broccoli is geen reden voor alarm!
De dagen verstrijken en ik blijf wat dichter bij mijn fornuis. Tot vandaag. Mijn ontbijt is al achter de kiezen, maar ik bak met het resterende beslag de laatste pannenkoeken. Even zet ik een afspraak in de online agenda. Een tweede afspraak, even opzoeken hoe laat dat begon. Piep piep piep, mijn hart stijgt naar mijn keel, ooo nooo, mijn pannenkoeken.. Ik sprint naar de keuken, kijk naar het brandalarm, terwijl ik in mijn ooghoek de oorzaak van het geluid zie. Een oud mannetje rijdt zijn scootmobiel vakkundig achteruit de gang door.
Ik geef de pen door aan Kim Brand.