Wanneer ik ergens naartoe ga, probeer ik altijd wat eerder weg te gaan. Ik denk dat bijna elke bewoner van Tuindorp-Oost dat wel doet, jong of oud. Als oudere omdat het soms niet altijd meer even vlot gaat. Als jongere omdat je meestal wel even een praatje maakt met een van de ouderen. Ik heb nog een extra reden. Ik ben namelijk de moeder van de jongste bewoonster van het pand. Lune is inmiddels ruim een jaar.
Lune zorgt er eigenlijk altijd voor dat we er wat langer over doen. Nou ja, Lune zelf niet, het zijn vooral de ouderen die oprecht genieten om haar even te zien. Naast de vragen of het een jongetje of een meisje is, hoe ze heet en hoe oud ze wel niet is, krijg vaak dezelfde opmerkingen te horen. “Wat gaat het hard, hè, geniet er maar van!” of “Och, ik vond dat de leukste tijd.”
Nu Lune wat actiever is, begint ze ook op onderzoek uit te gaan. Zo heb ik regelmatig, dat als ik even met de receptionistes aan het praten ben, dat Lune er alweer vandoor is. Meestal gaat ze gelijk naar de grote zaal, maar ook daar is ze altijd welkom. De dames die daar een potje zitten te Rummikubben lachen dan altijd weer als Lune voorbij komt waggelen. Zolang ze maar niet te hard gaat gillen, want dat is niet fijn voor de gehoorapparaten.
Het mooiste vond ik nog wat afgelopen week gebeurde. Altijd wanneer we buiten langs de grote zaal lopen, zwaai ik even naar Arie, Piet of een van de andere ouderen. Laatst toen ik Lune even aan het dragen was, hoefde ik niet eens te zwaaien. Lune zelf begon al te zwaaien. En de ouderen, die zwaaien altijd terug.