De Saffier in Utrecht is een fantastisch project. Wanneer in het voorjaar van 2016 alle studio’s zijn opgeleverd, delen we met woningbouwvereniging Portaal een gebouw met in de ene vleugel 162 starterswoningen onder onze verantwoordelijkheid en in de andere vleugel 150 aanleunwoningen van Portaal. Beide bewonersgroepen maken gebruik van de centrale hal met entree en zien elkaar daarom regelmatig.
“Als we elkaar nu tegenkomen in de gang is het meteen heel gezellig”, zegt Joakim Smits (23) met pretogen. Joakim doelt op zijn nieuwe buren Willem en Gonnie Rhebergen (73 en 72) uit een van de aanleunflats. “We zaten bij elkaar aan tafel tijdens een informatieavond en het klikte gelijk”, vult Willem hem aan. “Maar er zijn er meer hoor die heel vriendelijk zijn als je ze tegenkomt. Dan is het meteen van ‘hallo’”, lacht Gonnie. Voor het interview zijn Willem en Gonnie op bezoek in de nieuwe studio van Joakim en zijn vriendin Edith van Donkersgoed (22).
“Iemand een stuk appeltaart?”, vraagt Edith vanuit de keuken. “Die moest ik proeven van jou,” reageert Gonnie. “Jemel! Dankjewel. Wat een stuk”, zegt Gonnie wanneer Joakim het stuk voor haar op de tafel zet. Ook Willem krijgt een stuk zelfgebakken appeltaart.
“Ik vind dit appartement schitterend”, roept Gonnie uit. “Ja, wij ook”, beaamt Joakim trots. “Alles is ruim: de slaapkamer, hal, badkamer met douche. En in de gang hebben we ook nog een washokje waar de wasmachine staat. Dat is wel handig, omdat die daarmee netjes is weggewerkt. We hebben ruimte genoeg opeens.”
“Wij kwamen van een kamer af die ongeveer net zo groot is als onze huidige slaapkamer, iets groter, zeventien vierkante meter. We hadden daar wel een hoogslaper, dus we hadden wel iets meer ruimte”, legt Joakim uit. “De keuken was gedeeld, die zat verderop aan de gang, maar die deelde je dan ook met dertig man”, gaat Edith verder. “Dertig man, hee!” reageert Gonnie verbaasd, “en dat moet je dat allemaal delen?!” “Dat was wel heel gezellig!” vindt Edith. “In totaal heb ik daar drie jaar gewoond”, rekent Joakim. “…waarvan anderhalf jaar samen”, vult Edith hem aan, “maar het was tijd voor iets nieuws inderdaad.”
“Die appeltaart is heerlijk!” roept Gonnie tussendoor, waarop Willem instemt.
Willem en Gonnie zijn blij met de nieuwe bewoners. “Dat hebben wij vanaf het begin gezegd”, vertelt Gonnie. “Ik vind het echt heel leuk, maar je moet er zelf ook een beetje open voor staan, vind ik. Die ouwetjes die hier woonden zag je niet zoveel. Die jonge mensen kom je tegen op de gang en dan zeg je elkaar gedag. Zo van ‘hallo’, ‘hallo’. Er is gewoon meer beweging.”
“Als je op je kamer bent, merk je er niet heel veel van, dan heb je gewoon je eigen ruimte en je eigen privacy”, vertelt Joakim. “Wanneer je deur uitstapt bijvoorbeeld als ik beneden de krant ga halen, dan zeg ik gewoon vriendelijk gedag tegen iedereen en lach ik. Iedereen reageert enthousiast. Je gaat hier daarom altijd met een lach de deur uit, dat vind ik alleen maar leuk.”
De nieuwe buren letten ook goed op elkaar. “Ik kijk vaak even naar buiten en dan zie ik Wim en Gonnie lopen en dan denk ik: daar gaan ze weer”, vertelt Joakim. “En als wij terugkomen kijk ik ook altijd even naar boven. En dan denk ik: heeft ze de ramen dicht? Ja, de ramen zijn dicht.” “Dan zijn we weg”, stemt Joakim in. “Als de ramen dicht zijn, dan zijn we weg.”
“En heb je het gezien, de plant leeft nog, hè?!” merkt Joakim op aan Gonnie, wijzend naar de plant die hij en Edith van het bejaarde stel hebben gekregen. “Ja en denk erom, een keer in de week water”, reageert Gonnie goedkeurend.
Interview door: Bram van der Velde
Foto door: Lindy van Dorst